|
3." En toen Hij het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: "Kom!" 4. En een ander paard ging uit, rood als vuur. En die daarop zat werd macht gegeven om de vrede weg te nemen van de aarde en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven." |
Hal Lindsey plaatst de ruiter op het rode paard ( het gaat bij deze ruiters meer om gebeurtenissen dan op personen) in het midden van de Grote Verdrukking, dus in de tweede 3,5 jaar. Hij ziet hoe Rusland, samen met bepaalde - of alle - Arabische landen het Midden-Oosten zal binnenvallen en Israël - dat net een vredesaccoord gesloten heeft en zich relatief veilig voelt - zal aanvallen. Binnen no time zijn alle landen van de wereld bij dit conflict betrokken en het loopt uit op de grote eindslag bij Armageddon - of beter: bij Har ( = de berg) Megiddo. Johannes de Heer schrijft: "Het tweede paard, rood, heeft de kleur van bloed en betekent duidelijk óók oorlog. Vele uitleggers menen dat het verschil tussen het eerste en tweede paard is, dat het eerste een invasie van vijanden van buitenaf betekent en het tweede burgeroorlog. Maar het 'elkaar doden' in vers 4 kán wel op een burgeroorlog slaan, maar kan ook betekenen oorlog tussen de volken. Het is heel goed mogelijk dat 'oorlog' alleen maar dubbel genoemd wordt ( het eerste en het tweede paard) omdat ook in de rede van Jezus over de toekomst in Marcus 13 oorlog dubbel genoemd wordt ( 'oorlog en berichten over oorlog' in vers 7 en 'volk zal tegen volk opstaan' in vers 8). Om de situatie in die tijd, die de gemeente van de Heer níet op aarde zal beleven, maar Israël en de niet-gelovigen wél, lijkt het zinvol om eerst te gaan kijken naar een beschrijving van 'de laatste jaarweek van Israël." Ik citeer hier letterlijk uit het boek: "De dagen verkort" van Paul J.M. van Teeffelen, vanaf pagina 134. De Babylonische Federatie. De profeet Daniël ( 2:41; 7:24) en de apostel Johannes (Openbaring) voorzeggen een merkwaardig huwelijk. Een huwelijksgemeenschap tussen 10 staten van kleiachtig leem en ijzer. Nu kunnen ijzer en leem geen echte verbinding aangaan. Het bondgenootschap zal dus broos zijn. Wat de naties betreft kunnen we spreken van een "verstandshuwelijk", waarbij ijzer staat voor meedogenloosheid, hoogwaardige technologieën, krachtige economie, geavanceerde militaire middelen, perfecte computer-registratie. Kleiachtig leem heeft een samenhang met olie. Zo gezien hebben 'ijzer' en 'leem' elkaar nodig, vullen elkaar aan, versterken elkaar onderling. Omdat ook deze profetie verstaan moet worden vanuit de navel der aarde, het middelpunt Israël, ligt de conclusie voor de hand dat onder 'ijzer' een aantal Europese landen en onder 'leem' een aantal Arabische landen kan worden verstaan. Deze 10 staten stellen hun macht op een bepaald moment ter beschikking van één leider. We hebben het bondgenootschap van Arabische en Europese staten als Babylonische federatie aangeduid, omdat Babylon een belangrijke rol zal spelen. Immers, Babel maakte van alle voorgaande wereldrijken deel uit. Daarnaast is volgens Genesis 11: 2 en 3 bij de torenbouw van Babel in het land Sinear ( Babylonië) reeds sprake van het feit, dat 'het asfalt hun diende tot leem'. Het grote Babel van Nebucadnezar verrees ook in de vlakte van Sinear, terwijl het laatste grote Babylon in dezelfde vlakte verrijst. Bovendien blijkt uit Daniël 7:12 dat de voorgaande rijken niet totaal zijn verdwenen. Er wordt geschreven over 'een levensduur tot tijd en wijle'. De verovering door een volgend rijk maakte wel een eind aan hun rol als wereldrijk en aan hun zelfstandig bestaan, maar in het volgend rijk zijn de facetten van de vorige rijken terug te vinden. Volgens Daniël en Openbaring zal uit alle voorgaande wereldrijken voor korte tijd in het laatst der dagen een gruwelijk rijk herrijzen. We lezen in Openbaring 17:15: " De wateren, die gij zag, waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen." De apostel Johannes zag, nadat hij in de woestijn geleid was, het Babel van de eindtijd zitten op vele wateren. Dat wil zeggen: over vele volkeren heerst Babel. Als de enorme legermachten van Rusland en andere landen door God in Israël worden vernietigd - zie de profetie voor het laatst der dagen in de hoofdstukken 38 en 39 van Ezechiël - is een logische conclusie, dat de leider van de Babylonische federatie het machtsvacuüm zal opvullen door zich tot wereldleider te proclameren en door een 7-jarig vredesverbond te sluiten met Israël, waarmee de laatste jaarweek van Israël aanvangt. Deze conclusie wordt versterkt door de volgende Bijbelse aanwijzingen: a) Israël denkt veilig te wonen, welke gedachte onverenigbaar is met de eindstrijd ( Harmageddon). b) bij de Russische aanval is sprake van 2 statenbonden + Israël; bij Harmageddon zijn alle volken van de wereld ( ook het verre Oosten) verzameld; c) het lijkt onverenigbaar met de absolute macht van de antichrist dat de (schijn-)vrede, waarmee deze komt, tussentijds door de Russische inval in Israël wordt verstoord; d) God trekt Rusland en andere volken; bij Harmageddon zijn het geesten van duivelen die de hele wereld in Israël verzamelen. We moeten nog een belangrijk onderscheid aantekenen. Nu leven we nog in de toestand van (schijn-)vrede voor Israël. De laatste jaarweek van Israël moet nog beginnen. Dan breekt de periode aan waarin Israël het 7-jarig verbond sluit met de antichrist, dat is de politieke wereldleider. Opdat deze tijd herkend zal worden, gaan we eerst nog in op de vernietiging van de legermachten van Rusland en andere landen. Een profetisch scenario. In de hoofdstukken 38 en 39 van Ezechiël wordt gesproken over de legermachten van landen 'uit de zijden van het noorden'. De Russische legermacht ( Gog en Magog) is hiervan de voornaamste. God gebruikt een 'zeshaak' om deze legermachten van een zestal landen om te wenden en op te trekken naar de bergen Israëls. Als die enorme aanvallende legermachten zich dan op 'de bergen Israëls' bevinden, denkt Israël ineens voor de totale vernietiging te staan, terwijl niemand in de wereld een hand uitsteekt. Wel informeren enkele landen, waaronder de handelaars en al de machtigen van Tarsis ( onder andere West-Europa/ Amerika) naar de bedoelingen, maar daar blijft het bij. In die ten hemel reikende benauwdheid vormt een geweldig zware aardbeving in Israël de inleiding tot de vernietiging van de aanvaller. De legermachten komen in verwarring en gaan elkaar te lijf. Dodelijke ziekten breken uit en God laat geweldige natuurkrachten los. Van de aanvallers blijft niemand over. In dit scenario geeft God ook aan hoe en waar de begrafenis van het grote aantal doden zal geschieden. "En het zal te dien dage geschieden, dat Ik aan Gog aldaar een grafstede in Israël zal geven, het dal der doorgangers naar het oosten der zee; en datzelfde zal de doorgangers de neus stoppen; en aldaar zullen zij begraven Gog en zijn ganse menigte; en zij zullen het noemen 'het dal van Gog's menigte'. Het huis Israëls nu zal hen begraven, om het land te reinigen, zeven maanden lang. Ja, al het volk des lands zal begraven, en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt zijn, spreekt de Heere Heere.' Men zal mannen aanstellen met de vaste taak het land door te gaan om te begraven wie van de doorgangers op het land waren blijven liggen en het te reinigen. Na verloop van 7 maanden zullen zij een onderzoek instellen; als zij dan het land doorgaan en één van hen ziet mensenbeenderen, dan zal hij daar een merkteken bij zetten totdat de grafdelvers ze begraven hebben in het dal van Gog's menigte. Ook zal er een stadsnaam zijn: " Hamóna ( Menigte)." Op deze hoogst ongewone begrafenisvoorschriften wijst ook Lance Lambert. In " De dag breekt aan"wijst hij op het volgende: 1. Het risico van besmettelijke ziekten is zo groot, dat de hoogste prioriteit gegeven zal worden aan het zo spoedig mogelijk begraven van de doden in massagraven. Volgens deze profetie wordt het enorme aantal doden begraven in een speciaal ravijn of droge rivierbedding, bestemd voor dit doel. Daarna zal het gebied afgesloten worden voor reizigers en bezoekers. Het gebied ligt ten oosten van de Dode Zee, het gebied dat nu bekend is als het koninkrijk Jordanië. Ter herdenking aan dit gebeuren zal het de naam krijgen: " Het dal van Hamon Gog" of ' het dal van Gog's menigte'. 2. Israël heeft 7 maanden nodig om de doden te begraven. Aan het einde van die periode zal in het gehele land een zorgvuldig laatste onderzoek plaatsvinden om te kijken of er nog lichamen of beenderen over het hoofd gezien zijn. De vastgestelde tijdsduur, de zorg waarmee het werk wordt gedaan en de laatste zoektocht in het land zijn tekenen die doen veronderstellen, dat de doden op een ongewone manier verontreinigd zijn. 3. Speciale groepen werkers zullen worden samengesteld om de dode lichamen te lokaliseren, maar die groepen mogen niets aanraken. Wanneer de lichamen worden ontdekt, zullen er markeringen geplaatst worden door de ploegen die de lijken zullen verwijderen en overbrengen naar de speciale begraafplaats. De Bijbelse wetten die gaan over het begraven van de doden en over de verontreiniging door het contact met lijken, zouden deze maatregelen niet kunnen verklaren. De verklaring suggereert eerder dat de lichamen besmet zijn op een dusdanige wijze dat er een speciale behandeling vereist wordt, uitgevoerd door getrainde ploegen. Tot zover dit citaat. In dit profetisch scenario worden de aanvallende legermachten ook door middel van besmettelijke ziekten ( pestilentie) in Israël vernietigd. Maar de besmettelijke ziekten, zoals wij die kennen, kunnen hier niet uitsluitend van toepassing worden verklaard, omdat daarbij toch van minimaal een zekere tijdsperiode sprake is voordat de dood intreedt. Wat in vroegere tijden niet begrepen kon worden, wordt thans steeds meer duidelijk: dit gedeelte van de profetie omtrent de plotselinge ingreep van God voorzegt een bepaalde vorm van kosmische inslag of nucleaire explosie. De grote menigte dode lichamen zou als gevolg daarvan radio-actief zijn, wat de ongewone maatregelen voor hun begrafenis beter verklaart. Daarbij tekenen we aan dat God dikwijls Zich bedient van voor mensen herkenbare middelen. Het tijdstip en welke middelen, bepaalt Hij. En dat wordt ook in bewezen in Zijn Woord, de Bijbel, door de eeuwen heen. Het is Gods hand die op Zijn tijdstip Zich bedient van kosmische en/of nucleaire kracht, in deze tijd herkenbaar voor mensen, teneinde ineens enorme legermachten te vernietigen. Legermachten die aan Zijn volk, Zijn land en Zijn stad Jeruzalem komen. Zo konden vroeger een aantal profetieën onmogelijk door mensen begrepen worden. Deze dingen moesten zich eerst ontwikkelen totdat de daarvoor bestemde tijd aanbrak om de vervulling te kunnen begrijpen. Tot slot wijzen we nog op een merkwaardige tekst in Ezechiël 39:9, waar staat geschreven dat de inwoners des steden Israëls gedurende 7 jaar het wapentuig van de door God vernietigde legermachten zullen opstoken. Ook dat betreft een voorzegging, die in vroegere tijden onmogelijk kon worden begrepen. Velen hebben zich gepijnigd met de vraag: ' wat is brandbaar aan ijzer en staal?' In het afgelopen decennium is komen vast te staan dat Rusland in zijn oorlogswapens een materiaal verwerkt, dat 'lignosteen' wordt genoemd. Lignosteen is overigens een Nederlandse uitvinding. Het is een speciaal soort hout dat sterker is dan stalen veren. Bovendien is lignosteen zeer elastisch en het brandt beter dan steenkool. Ook de grote hoeveelheden energie, onder andere olie, die in militair materiaal samengebracht zijn om de ' Blitzkrieg' uit te voeren, zullen langdurig kunnen worden benut." De 70e of laatste jaarweek. Ongeveer 2500 jaar geleden liet God Daniël de volgende profetie over het volk Israël opschrijven: "Zeventig weken zijn bestemd over uw volk en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten en om de zonden te verzegelen en om de ongerechtigheid te verzoenen en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen en om het gezicht en de profeet te verzegelen en om de heiligheid der heiligheden te zalven." Deze zeventallen of weken zijn jáárweken. Elke jaarweek bestaat uit zeven jaar. Hetzelfde Hebreeuwse woord voor deze zeventallen of jaarweken wordt gebruikt in de geschiedenis van Jacob, die twee keer zeven jaar moet dienen om tenslotte Rachel te kunnen huwen. Ook in Leviticus 25:8 komen we 'jaarweken' tegen om uitdrukking te geven aan de 7x7 sabbatsjaren, die het jubeljaar vormen. Nu rijst de vraag wanneer deze jaarweken van Daniël 9:24 e.v. zijn begonnen. Op die vraag geeft de Bijbel het volgende antwoord: "Weet dan en versta: van de uitgang des woords, om te doen wederkeren en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken en twee en zestig weken; de straten en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed en tot het einde toe zal er krijg zijn en vastelijk besloten verwoestingen.' "En hij zal velen het verbond versterken, één (jaar)week: en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden; en over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over de verwoester." We moeten nu met wat rekenwerk teruggaan in de geschiedenis. In dit antwoord worden de 70 zeventallen of jaarweken (= 70 x 7 jaren) verdeeld in 7 en 62 jaarweken en tenslotte 1 jaarweek. Het begin van de 70 jaarweken is het tijdstip waarop het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen. Dat woord ging uit toen koning Arthaxerxes 1 in het jaar 444 vóór Christus aan Nehemia ( 2: 1-10) daartoe toestemming gaf. Het herstel van Jeruzalem duurt 7 jaarweken (49 jaar) waarna 62 jaarweken of 434 jaar beginnen, waarna de Messias wordt uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is. Deze tijdsduur reikt tot en met de laatste jaren van het openbare optreden van de Here Jezus op aarde. na de uitroeiing van de Messias komt het volk van een (andere) vorst om stad en heiligdom ten gronde te richten. Dat is in het jaar 70 na Christus. Onder aanvoering van Titus verwoesten de Romeinen Jeruzalem en de tempel. De Titus-boog te Rome, waar de meegevoerde kostbaarheden van de tempel zijn afgebeeld, is zelfs heden ten dage nog te aanschouwen. Daarna wordt in het antwoord voorzegd dat de strijd tegen volk en land volgens een vast besluit zal voortduren tot het einde toe. Dit tijdperk eindigt met de 70e of laatste jaarweek. De aanvang van die laatste jaarweek of die laatste 7 jaar worden gekenmerkt door een beslissend feit: "En hij zal velen het verbond versterken, één (jaar)week." Dat moet nog komen. Johannes de Heer schrijft in "Israëls herstel en terugkeer" hierover: "Die 'hij' is niet de Messias, want die is uitgeroeid, maar het is de kleine horen, waarvan in Daniël 7:8 en 25 sprake is. Het is een bedrieger, die een zevenjarig verdrag met Israël sluit, doch in het midden van die 7 jaar plotseling dat verbond verbreekt en in plaats van het slacht- en spijsoffer, de ontzettende gruwel der aanbidding van zijn persoon in de tempel stelt." Die 'hij' is een 'ander', waarvan de Here Jezus zegt: "Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemen." Die aanneming moet nog gebeuren. De aanstaande 70e of laatste jaarweek van Israël is ook herkenbaar aan het midden en het einde. Het profetische antwoord zegt dat deze 7 jaren in twee helften verdeeld worden, dus twee keer 3,5 jaar. precies op de helft van deze laatste jaarweek zet de bedrieger, de politieke wereldleider of antichrist zich in de tempel te Jeruzalem om zichzelf te laten aanbidden. De laatste 3,5 jaar wordt de Grote Verdrukking genoemd, eindigend met de laatste slag van wereldoorlog nr. 3 ( Harmageddon) en de wederkomst van de Here Jezus Christus. De opmerkzame lezer zal ontdekt hebben dat de 69e jaarweek, die eindigde met de kruisiging van Messias Jezus en de nog komende 70e of laatste jaarweek niet op elkaar aansluiten. In de tussenliggende periode van bijna 2000 jaar was het volk Israël gedeeltelijk bedekt en is de gemeente van Christus gevormd. Daarmee zijn niet de kerken maar de wedergeboren gelovigen uit de volken over de gehele wereld in deze periode bedoeld. Na de aanvang van de 70e of laatste jaarweek neemt God de gedeeltelijke bedekking bij Zijn Joodse volk weg." ( Tot zover van Teeffelen). "O laat ons, Heere God, niet vallen uit Uw hand. Doe ook voor ons geslacht Uw oude woord gestand. Waar is Uw gunst, o God, het heil van lang geleden, aan Davids huis verpand met goddelijke eden? Erbarm U over ons, wil onze smaad gedenken, de hoon waarmee ons thans de grote volken krenken. Uw vijanden, o Heer, Uw vijanden rondom, hoe honen zij Uw knecht, o, God van David, kom! het spoor is uitgewist van uw Gezalfde Koning. Herstel in heerlijkheid het land van melk en honing. Laat Davids Zoon de spot der heidenen beschamen. Geloofd zij God de Heer voor eeuwig. Amen, Amen. ( Psalm 89 vers 17 en 18). |